Het is stil in de klas. Te stil.
De docent is druk met uitleg, maar in de achterste rij kijkt een kind naar beneden, alsof het zichzelf onzichtbaar wil maken. In die stilte ligt een verhaal dat vaak ongezien blijft: het verhaal van het kind dat gepest wordt.
Het gebeurt nog steeds. Elke dag. In scholen door heel Nederland. Niet met bloed, niet met blauwe plekken — maar met blikken, woorden, uitsluiting. Kleine beetjes die samen een vernietigende cocktail vormen. En het wrange is: vaak ziet niemand écht wat er gebeurt. Of wil het niet zien.
“Ach, het hoort erbij.”
Nee. Het hoort er níét bij. Het hoort nergens bij. Pesten is geen fase, geen puberaal ongemak dat vanzelf overwaait. Het is een stille epidemie die kinderen tekent, vaak voor het leven.
Ik sprak laatst met iemand van 35 die nog steeds wakker wordt met de stem van zijn pesters in zijn hoofd. Ze noemden hem 'vreemd', 'raar'. Hij is inmiddels een gerespecteerde professional, maar dat kleine jongetje in hem — dat kind dat jarenlang alleen op het schoolplein stond — is nog steeds aanwezig. In zijn onzekerheid. In zijn sociale angst. In zijn diepe behoefte om ‘normaal’ gevonden te worden.
Waar ligt de grens?
Wanneer grijpen we in? Moeten we wachten tot een kind niet meer wil leven? Tot het zichzelf begint te haten? Tot het opgroeit met het idee dat het minder waard is dan anderen?
We schreeuwen over cijfers, prestaties en leerdoelen. Maar als het gaat om sociale veiligheid, blijft het vaak bij vage protocollen en posters in de gang. Kinderen worden geïnstrueerd om ‘weerbaar’ te zijn — alsof het hun taak is om pesten te dragen. Alsof zwijgen sterker is dan spreken.
Wat zijn mijn zorgen?
-
Dat we pesten normaliseren als ‘grapjes’
-
Dat leraren te weinig tijd of ruimte hebben om écht te signaleren
-
Dat slachtoffers leren zwijgen, en daders leren dat ze wegkomen met gedrag
-
Dat kinderen opgroeien met schaamte, schuld en een beschadigd zelfbeeld
-
Dat het onderwijssysteem drukker is met prestaties dan met persoonlijke groei
Het is tijd om pesten te erkennen als wat het werkelijk is: geweld. Niet fysiek misschien, maar psychologisch, structureel en vaak onzichtbaar.
En het begint met luisteren. Naar de stiltes in de klas. Naar de kinderen die net iets te vaak alleen zitten. Naar de verhalen die te pijnlijk zijn om hardop te vertellen.
Want wie niet gehoord wordt, blijft roepen — soms een leven lang.
Reactie plaatsen
Reacties